IAHL / Ontwerplaboratorium

P1030088

Biodiversiteit in modellen / mei 2008

Samen met twee collega-studenten heb ik onderzoek gedaan naar de invloed van schaal en ordening van verschillende biotopen op de biodiversiteit in stad-landgebieden. Het onderzoek maakt deel uit van het overkoepelende project “Design for Biodiversity”, een project dat als doel heeft een kader en handvatten te geven voor het verbeteren van de ecologische kwaliteit en de biodiversiteit in stad-landgebieden. In dit onderzoek zijn verschillende modellen besproken en beoordeeld op hun geschiktheid door middel van literatuuronderzoek en gesprekken met specialisten.

De modellen zijn gebaseerd op een terrein van 500 meter bij 2 kilometer in de Haarlemmermeer dat aan één zijde grenst aan stedelijk gebied en aan de andere zijde aan polderlandschap. Het gebied staat bloot aan verstoringen van de stad, infrastructuur en landbouw. Bovendien kan er extensief worden gerecreëerd.

Uit het onderzoek blijkt dat het model waarin de natuurtypen als lange stroken over de hele lengte van het terrein liggen, het meest geschikt is voor broedvogels, dagvlinders, reptielen, amfibieën en grote zoogdieren. De randen van de stroken moeten golven of gekarteld zijn. Voor de dagvlinders geldt dat de hoeveelheid bos moet worden verminderd ten gunste van de hoeveelheid grasland. Omdat het ook voor vogels, amfibieën en reptielen met name gaat om de randzone van het bos, lijkt dit de totale biodiversiteit niet nadelig te beïnvloeden. Kleine zoogdieren zijn meer gebaat bij het model waarin de natuurtypen in relatief kleine blokken zijn geordend.